Het verschil tussen natuurwijn en biologische wijn zit hem voornamelijk in de productieprocessen en regels.
Biologische wijn volgt strenge regels en controles, terwijl natuurwijn wordt gemaakt met minder regels en minimale ingrepen.
Biologische wijn komt van druiven die groeien zonder chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest en bevat geen kunstmatige kleur- of smaakstoffen.
Natuurwijn bevat geen toegevoegde gisten of sulfieten en wordt meestal ongefilterd gebotteld.
Een belangrijk verschil is dat biologische wijn strikt gereguleerd en gecertificeerd is, terwijl natuurwijn geen officiële controle of certificering heeft.
Ook mogen in biologische wijn sulfieten en enkele additieven worden toegevoegd binnen de grenzen, terwijl natuurwijn geen toegevoegde sulfieten of andere additieven bevat.
Verder wordt biologische wijn vaak geklaard en gefilterd, terwijl natuurwijn vaak ongefilterd en troebel is met een meer uitgesproken smaak.
Ten slotte heeft biologische wijn een consistent en klassiek smaakprofiel, terwijl natuurwijn wild, boers, funky en soms onvoorspelbaar is.