Voor 1 kilo kaas heb je 10 liter melk nodig.
Doe de melk in een pan en voeg 100ml zuursel toe.
Verwarm al roerend het mengsel langzaam tot 29 graden Celsius.
Voeg vervolgens 35 druppels stremsel toe.
Nu gaat de melk stremmen.
Na ongeveer een half uurtje kan je de gestremde melk gaan snijden.
Dit doe je het beste met een wrongelsnijder.
Snij rustig tot kleine stukjes totdat de wei gaat uittreden.
Giet de wei voorzichtig af en voeg heet water toe totdat het geheel een temperatuur van 33 graden bereikt.
Roer met een pollepel voor ongeveer 10 minuten.
Giet opnieuw de wei af en voeg warm water toe tot een temperatuur van 36 graden ontstaat.
Roer weer 10 minuten en laat dan het geheel zo’n 30 minuten staan.
Na een half uurtje giet je de weiwrongel in een met kaasdoek bekleedde kaasvorm en pers de kaas driemaal gedurende vier uur met de kaaspers.
Haal na het persen de kaas uit de vorm, snijd de randjes eraf, plaats de kaas zonder kaasdoek terug in de vorm en laat 10 uur afgedekt staan.
Leg de kaas gedurende 12 uur in een pekelbadje en leg deze dan tot slot in een koele, donkere ruimte om te rijpen.
Verder heb je ook nog wat attributen nodig, zoals een grote pan, een temperatuurmeter, wat roergereedschap, enkele schone emmers, een lang mes, een kaasvat, kaasvormpjes en een kaaspersje.