Hoe bak je vis zoals in een restaurant?

Een lekker visje bak je in een goede koekenpan in vijf simpele stappen. Allereerst zorg je voor goede vis van de visboer. Dat is echt de eerste en de belangrijkste stap. De visboer weet wat voor vis je op dit moment moet eten en kan je adviseren en helpen met schoonmaken. Stap 2 is namelijk: dep de visjes goed droog met keukenpapier. Stap drie bestrooi de visjes vervolgens licht met bloem, gevolgd door wat peper en zout. Stap vier verwarm dan wat roomboter en wat olie in de pan. De boter geeft de vis een lekkere smaak, de olie zorgt voor een heel knapperig visje. Stap vijf leg als de boter is gesmolten je visjes voorzichtig in de pan. Belangrijk is dat je tijdens het bakken af en toe goed met de pan schudt, zodat de visjes niet gaan vastplakken aan de pan. Een flinke neustong bak je in ongeveer 12 minuten gaar. Je kan de visjes zowel gefileerd bakken als met huid. Een vlees van een gefileerde vis wordt tijdens het bakken lekker krokant. Als je de vis met huid bakt, blijft het vlees van binnen heel zacht en het huidje krokant. Met of zonder huid? Je kan de visjes zowel gefileerd bakken als met huid. Het is allebei lekker, het is maar waar jouw voorkeur naar uitgaat. Een visje met huid is bijvoorbeeld lekker met wat aardappeltjes en groenten, een visje zonder de huid gaat goed samen met een wokgerecht met rijst. Ik zou zeggen: ren naar de visboer, kies een vis en ga experimenteren! Het is sowieso lekker en gezond! Stap 2. Dep de visjes droog met keukenpapier. Stap 3. Bestrooi de visjes met wat bloem. Stap 4. Verwarm wat roomboter en olijfolie in een pan. Stap 5. Leg de visjes in de pan bak ze krokant en gaar in ongeveer 12 minuten. Af en toe goed schudden!

Voor gebakken vis moet je vijf dingen weten: Dep de vis droog. Kruid met peper en zout, net voordat je de vis gaat bakken. Gebruik een pan die net groot genoeg is voor de stukken vis. In een te grote pan zal de boter sneller verbranden. Zet de pan op het vuur en voeg de vetstof toe. Je bakt dunnere vis het beste op hoge temperatuur. Bij dikkere stukken vis kan je het vuur iets lager zetten. Hou de baktijd in de gaten. Een filet van 100 g bak je twee minuten aan elke kant. Draai de vis tijdens het bakken bij voorkeur maar 1 keer om. Zo vermijd je dat het visvlees uit elkaar valt. Heb je een vis met vel, begin dan met de velkant naar beneden. Bak de vis niet te lang. De vis is gaar als het visvlees net niet meer doorschijnend is. Tip: prik met een vork in de vis. Beweeg je vork lichtjes heen en weer: valt de vis mooi uit elkaar, dan is hij klaar. Laat de vis na het bakken even rusten. De regel is: evenveel minuten rusten als bakken. Werk af met een beetje citroensap.

Stap 1: kies de juiste visfilet. Ga liefst voor dikke filets van ongeveer 160 gr. Bestrooi de velkant met wat peper van de molen en een snuifje zout. Verhit een klontje boter of een scheutje olijfolie in een braadpan. Let op dat je dit op middelhoog vuur doet. Bak de vis op de velkant voor ongeveer 4 à 5 minuten totdat het vel knapperig is geworden. Voeg nog een klontje roomboter toe en draai de filet om. Bak de vis nog ongeveer 1 minuut en serveren maar!

Dep de visfilet droog aan beide kanten. Bestrooi met zout en peper. Verhit een klontje boter in een koekenpan (of neem een combinatie van boter met een scheutje olijfolie). Laat de boter lichtbruin worden en leg de visfilet op de mooiste kant (dat is de kant waar het vel gezeten heeft) in de pan. Bak de vis op matige hitte tot de onderkant bruin is. Draai de visfilet voorzichtig met behulp van een brede spatel en laat de andere kant bruin kleuren. Reken per kant op 1-2 minuten per cm dikte van de filet.