Wat zijn de gouden regels voor het combineren van wijn en gerechten?

Regel 1: groot hoort bij groot. Regel 2: licht gaat voor zwaar. Daarnaast is Contrast en Harmonie belangrijk. Let op de smaken. Match intensiteit. Overeenkomst in textuur. Denk aan regionale combinaties. Experimenteer en ontdek. Kies contrasterend of complimenterend. Begin je diner met een lichte wijn en drink dan langzaam toe naar zwaardere soorten. Combineer strak met strak. Romige, ronde en smeuïge smaken bij elkaar.

Om tot die prachtige combinatie te komen, zijn er een paar belangrijke punten om rekening mee te houden. Een soort gouden regels zeg maar. Als eerste kijken we naar het gerecht, bedenk dat het soms makkelijker is om het gerecht iets aan te passen in plaats van de wijn. Is het een fris en strak gerecht, heeft het zuur. Denk hierbij aan een salade met kip of vis of een steak tartaar. Kappertje geven bijvoorbeeld een flink zuurtje, maar een vinaigrette kan ook behoorlijk zuren bevatten. Let hierbij vooral op dat de wijn ook niet te veel zuur bevat. Zuur plus zuur, daar ga je zo beroerd van kijken! Voor gerechten met echt iets zoets geldt de regel dat de wijn ook iets van zoet moet hebben. Als je een wijn hebt met veel vanille aroma, dan kun je hier mooi gebruik van maken, zonder dat de wijn echt zoet is. Dan kijken we naar de bereiding. Voor het gemak nemen we kip. Dit kun je pocheren, koken, stomen, bakken, grillen. Deze verschillende technieken geven al zoveel verschil in smaak, dan hebben we het nog niet over de kruiden en specerijen! Ik vind het zelf altijd heel fijn, als de vis, kip of het vlees een krokant jasje heeft, dat de wijn dan ergens een beetje hout heeft gezien in het rijpingsproces. Rijke geroosterde kip mag dus best met een volle witte wijn met een tik hout, weggespoeld worden.

Regel 1: groot hoort bij groot Bij een groot, uitgebreid diner kan je het beste ook een grootse wijn serveren. Bij een uitgebreid diner wil je namelijk uitgebreid genieten en kan je de tijd nemen om van een complexere wijn of een wijn met een krachtige smaak te genieten. Regel 2: licht gaat voor zwaar Als je meerdere wijnen wil combineren tijdens een diner met meerdere gangen, dan doe je er goed aan om met de lichtste wijn te beginnen. Als je namelijk eerst een zware wijn drinkt, dan verdwijnt de smaak van de lichte wijn die erop volgt. Regel 3: zorg voor contrast Contrast in smaken maakt een maaltijd spannend. Het kan eng zijn om de smaken van de wijn en het gerecht met elkaar te laten contrasteren en het is niet altijd makkelijk. Maar de juiste contrasterende smaken zorgen dat het geheel in evenwicht is. Regel 4: zorg voor harmonie Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van contrast, maar ook hier zit een logica achter. Bij een zwaar gerecht met stevige smaken moet je geen lichte wijn serveren. De smaken van de wijn zouden dan verloren gaan. Regel 5: sommige wijnen kunnen altijd Zit je met je handen in het haar omdat je echt niet weet welke wijn je bij je gerecht moet serveren? Geen nood, want wij hebben de oplossing. Sommige wijnen passen namelijk overal bij. Een alcoholvrije bubbel bijvoorbeeld. Door de bubbels en de gemiddelde zuurgraad egaliseert een mousserende wijn stevige smaken, maar overheerst het lichte gerechten niet.