Wat is lekker om bij wijn te eten?

Kruiden kunnen namelijk zo overheersend zijn, dat ze de geur en de smaak van de wijn volledig doen wegvalen. Kies bij kruidige gerechten daarom niet voor lichte en verfijnde wijnen, maar ga liever voor een wat kruidigere en aromatische wijn. Deze wijnen worden namelijk niet zo snel overschaduwd door de kruidigheid van het gerecht. Maak je bijvoorbeeld een Siciliaanse Caponata, kies dan ook voor een Siciliaanse wijn. Rijke, eiwitrijke gerechten kunnen worden gecomplementeerd door een tanninerijke rode wijn. Bittere gerechten versterken de bitterheid van de tannine. Een bitter gerecht gaat goed met een wijn met weinig of geen tannines die een licht zoetje of zoutje bevatten. Ga voor een frisse en strakke wijn bij gerechten met veel zuur. Zorg ervoor dat de wijn zelf niet té zuur is. Scherpe en pittige smaken worden versterkt door zuur in wijn. Denk bij pittige gerechten aan een jonge rode wijn met tannines, of aan een zoete wijn met een laag alcoholpercentage die de hitte tempert. De toevoeging van zoet kan de smaak van wijn beïnvloeden. Zo kan een droge wijn plotseling zoet smaken naast een dessert. Probeer het zoetgehalte van zowel de wijn als het gerecht ongeveer gelijk te houden. Een goede optie is vaak een dessertwijn. Tot slot zijn er ook nog breed inzetbare wijnen die bij vele gerechten passen. Ideeel voor degenen onder ons die net beginnen met het verkennen van wijnspijs-combinaties. Hoewel deze wijnen misschien niet al te complex zijn, zullen ze zelden misstaan bij een gerecht.

Als je een lekker glas wijn wilt drinken bij je avondmenu, zijn er geen verkeerde keuzes als je de wijn maar lekker vindt bij het eten. Om een goede match te vinden, kun je uitgaan van de dominante smaak in het gerecht, zoals de saus of de bereidingswijze. De intensiteit van de smaken moet in balans zijn, dus een lichte wijn bij lichte spijzen en een volle wijn bij zwaardere spijsen. Een andere goede regel is "zoetheid met zoetheid", waarbij de zoetheid in de wijn de zoete bijgerechten complimenteert. Het klassieke advies "wit voor vis en rood voor vlees" hoeft niet altijd op te gaan, omdat het soort vlees of vis een rol speelt. Aardrijkskunde kan ook helpen, aangezien wijnen uit een bepaald land of regio vaak goed passen bij de lokale keuken. Uiteindelijk is het belangrijk om moedig te zijn en je eigen voorkeuren te ontdekken, want er zijn veel goede ervaringen te wachten als je avontuurlijk en onconventioneel durft te denken in je wijnkeuze.

Een borrelplank is de ideale basis. Begin met een mix van snacks die alle vijf smaken raken: zoet, hartig, pittig, bitter en umami. Serveer daarom een deel van de hapjes tegelijkertijd. Serveer tijdens je wijnproeverij bij een aantal wijnen (of allemaal) een bijpassend hapje, en experimenteer met je smaakzintuigen.

Maar wat drink je nou bij welk gerecht. Stevig: gegrild rood vlees van de barbecue met een Malbec. Vet-boterig: kip met boter uit de oven met een houtgerijpte Chardonnay. Fris: Griekse salade met een Sauvignon blanc. Zoet: chocolademousse met PX sherry. Vet en bitter: een boterige risotto met een Sangiovese. Vet en zuur: burrata met een Verdejo. Pittig en zoet: noedels met sriracha met een Gerwürztraminer. Zout en zoet: blauwe kaas met Ruby port.