Hoe gebruik je verse kruiden bij het koken?

Verse kruiden kun je veel gebruiken bij het koken. Basilicum is een grote favoriet in de Italiaanse keuken en heeft een licht zoete geur en smaakt heerlijk kruidig, perfect om toe te voegen aan Mediterrane gerechten, zoals een zelfgemaakte tomatensaus voor de spaghetti. Voeg basilicum pas op het laatste moment toe aan een (warm) gerecht, anders gaat de lekkere smaak verloren. Bieslook is ideaal als garnering op een volkoren boterham met bijvoorbeeld hummus, en ook lekker om toe te voegen aan een omelet, soep of salade, maar voeg bieslook pas op het laatste moment toe aan een (warm) gerecht, anders gaat de lekkere smaak verloren. Koriander is zowel geschikt om toe te voegen aan warme gerechten zoals een curry of couscous, als aan koude gerechten zoals een salade, maar koriander is gevoelig voor warme temperaturen, dus je kunt de blaadjes beter als garnering gebruiken. Peterselie heeft een hartige, frisse smaak en is erg lekker door warme gerechten, bijvoorbeeld door een stoofgerecht of pasta, maar voeg peterselie ook pas op het laatste moment toe aan een (warm) gerecht, anders gaat de lekkere smaak verloren. Tijm is een veelgebruikt kruid bij het op smaak brengen van groentegerechten en gerechten met vlees en vis, en voeg tijm zo vroeg mogelijk toe tijdens de bereiding van een gerecht, hierdoor kan de smaak goed intrekken. Kruiden zijn een gezonde vervanger van zout. Als je te veel zout eet, kan de kans op maagkanker vergroot worden. Verse kruiden kunnen door mest of vervuild water besmet zijn met ziektemakers, daarom is het belangrijk om verse kruiden voor gebruik altijd even onder stromend water te wassen.

Kruiden toevoegen aan maaltijden kan helpen om de zoutconsumptie te verminderen door een rijke smaak te geven. Het is belangrijk om kruiden op de juiste manier aan maaltijden toe te voegen. Verse kruiden die delicaat zijn, zoals peterselie of basilicum, worden meestal toegevoegd aan het einde van het koken of direct aan afgewerkte gerechten. Hardere kruiden, zoals rozemarijn of tijm, kunnen eerder in het kookproces worden toegevoegd, omdat hun sterke aroma's langer kunnen koken zonder hun karakteristieke smaak te verliezen. Bij het bakken worden kruiden meestal in gedroogde vorm toegevoegd, omdat een langere tijd bij hoge temperaturen de aromatische en smaakeigenschappen van verse kruiden kan verminderen.

Gebruik de blaadjes van de basilicum plant. Scheur de blaadjes in kleine stukjes en strooi over een pastagerecht, lasagne, soep of een simpele tomatensalade met mozzarella. Voeg verse basilicum altijd pas op het eind toe zodat er geen smaak verloren gaat. Gebruik de blaadjes en het zaad en snijd de dille fijn. Dille smaakt heerlijk bij vis zoals zalm maar is ook erg lekker in sauzen, in een komkommersalade of bij aardappels. Gebruik de blaadjes en de topjes van tijm en snijd dit fijn. Tijm moet je juist lang laten meekoken/bakken met een gerecht zodat het lekker veel smaak afgeeft. Gebruik de blaadjes en de steeltjes van de peterselie. Snijd de peterselie fijn. Peterselie smaakt lekker in soepen, sauzen en eigerechten zoals omeletten. Gebruik de blaadjes van de plant. Kook de muntblaadjes niet mee maar gebruik als garnering over een dessert bijvoorbeeld aardbeien tiramisu, in een fruitsalade of maak verse muntthee. Gebruik alleen de naaldjes van het plantje. Voeg rozemarijn snel toe aan een gerecht zodat je de rozemarijn zo lang mogelijk mee kan laten koken of bakken zodat het zoveel mogelijk smaak afgeeft. Voeg verse koriander pas op het laatste moment toe. Als je koriander verhit gaat het grootste deel van de smaak verloren. Gebruik verse bieslook als garnering of als smaakmaker in een salade. De sprietjes zijn heel gevoelig, dus kook of bak bieslook niet mee omdat dan een groot deel van de smaak verloren gaat. Voeg bieslook dus pas toe op het einde.