Roomboter is 100 procent dierlijk en natuurlijk, gemaakt van koemelk.
Margarine daarentegen is gemaakt van plantaardige olie en vet, aangevuld met water en emulgatoren.
Roomboter is dus dierlijk, margarine is plantaardig.
Een stukje geschiedenis
Roomboter wordt al eeuwenlang gemaakt, in den beginne was het een bijproduct van melkboeren.
Ergens aan het einde van de negentiende eeuw werd boter steeds vaker commercieel verkocht en groeide de vraag ernaar.
Daarom werd ‘kunstboter’ bedacht, waar geen koemelk voor nodig was.
Voilà: margarine was geboren!
Het kreeg dan ook expres een andere naam, want de naam ‘boter’ is bescherm en mag alleen gebruikt worden als er ten minste 80 procent melkvet in zit.
Door een beetje plantaardige olie, zoals raapzaad- of zonnebloemolie toe te voegen, wordt de dierlijke boter en stuk beter smeerbaar.
Andersom gebeurt het ook: margarine met een kleine hoeveelheid roomboter erin.
Door deze toevoeging krijgt de margarine een meer ‘echte’ botersmaak.
Ik gebruik beide soorten smeersels regelmatig in de keuken.
Van de echte roomboter koop ik het liefst licht gezouten boerenroomboter.
Deze is fantastisch op een snee vers desembrood, of om mee te bakken.
Daarnaast werk ik in de keuken veel met de margarine van Becel en Flora.
Die laatste is redelijk nieuw in het supermarktschap; het is een vol en romig plantaardig alternatief voor roomboter, gemaakt van 100 procent plantaardige ingrediënten van natuurlijke oorsprong.
Heel geschikt om mee te smeren, koken en bakken.
En de verpakking vind ik zo vrolijk!