Wat kan je proeven in wijn?

Wanneer je in een knalgroene appel bijt en daarna in een zacht chocoladetaartje hapt, is dat niet zo erg. Maar doe het eens andersom, het frisse appeltje komt, na het zoete en volle van de chocola, keihard en zuur op je smaakpapillen over. Ze zullen protesteren. Of eet eens een stevige salami met veel look en pepertjes, hoe smaakt een jong plakje geitenkaas hierna, precies, je smaakpapillen worden danig beïnvloed door hetgeen waarmee ze geconfronteerd worden. Mousserende wijnen doen het altijd goed om mee te beginnen, de koele bubbels neutraliseren de smaak in de mond. Ga dan verder met frisse lichte witte wijnen. Door hierna krachtige witte wijnen te serveren, een houtgerijpte witte Chardonnay of een rijke Mauzac uit Gaillac, bouw je de intensiteit en het mondgevoel op. Rosé is mooie overgang van de witte naar de rode wijnen. Je hebt immers lichte, eenvoudie rosé, maar ook rijkere krachtige varianten. Hoewel vervolgens de zachte lichte rode wijnen op het programma staan, kan het eerste slokje even wennen zijn, je smaakpapillen moeten zich instellen op het drogende effect van de tannine. Het tweede slokje zal minder astringent aanvoelen. Na de lichte rode komen de rode krachtpatsers op tafel, tannineuze, alcoholische en krachtige rode wijnen. Het ruige geweld van stevig rood blus je met rijke zoete wijnen, deze wijnen hebben een hogere viscositeit en geven daardoor een vol en filmend mondgevoel.

Je kunt in wijn onder andere proeven: Fruitsmaken, zoals bessen, kersen, appels, peren, citrusvruchten of exotisch fruit, Bloemige aroma’s, zoals rozen, viooltjes, kamperfoelie of bloesem. Kruidige aroma’s, zoals peper, kaneel, kruidnagel, nootmuskaat of vanille. Aardse aroma’s, zoals champignons, truffels, bosgrond, herfstbladeren of natte stenen. Houtaroma’s, zoals vanille, cederhout, rook, karamel of geroosterde noten. Kruiden en specerijen, zoals tijm, rozemarijn, zwarte peper, kruidnagel of koriander.

Misschien herken jij wel bepaalde smaken bij het proeven van wijn, zoals rood fruit, vanille en eikenhout. Rood fruit wijnen zijn vaak lichter van smaak en wat zoeter, zo kun je er framboos, kers of cranberry in herkennen. Deze wijnen zijn vaak soepel en kunnen ook nog smaken naar: granaatappel, aardbei, rode bessen of gojibes. Was de smaak voller, dan heb je waarschijnlijk een zwart fruit wijn geproefd, dit zijn wijnen die veel body hebben en smaken naar: blauwe bes, pruimen, zwarte bes, jam, bramen of rozijnen. Proef jij een lekkere stevige wijn met de smaak van bovenstaand fruit, dan is de kans groot dat het gaat om een Malbec, Tempranillo, Syrah of Cabernet Sauvignon. Tot slot heb je nog het smaakprofiel complex, krachtig en vol, dit zijn wijnen met een hele intense smaak en een lange afdronk, hierbij proef je zwart fruit, sterke kruiden en soms ook aardse smaken als leer en tabak.