:

Wat zeggen Amsterdammers vaak?

Jesse Jansen
Jesse Jansen
2025-06-28 01:09:42
Count answers : 1
0
Amsterdammers gebruiken veel van de volgende woorden en uitdrukkingen: Gleuvenrijder - trambestuurder Sijssie – vogel Drijfsijssie – watervogel, meestal een eend Schijthuis - bangerik Afgepeigerd - doodop Klep houwe - stil blijven, mond houden Gedeisd houwe - kalm blijven Schlemiel - sukkel Uit je doppen kijke - uitkijken Hij smeert 'm - hij gaat weg Ontiegelijk - norm Maffen - slapen Mesjogge - gek Ouwehoere - veel praten Pingelen - onderhandelen Mij een beet - het zal me een zorg zijn Gappe - stelen Bonje - ruzie Gein - pret Tille - oplichten Lulletje rozewater - slapjanus Jenne sarre - Jan met de pet, arbeider Tabak van hebben - geen zin meer hebben Scharrel - losse relatie Gozer - kerel Emmerenzeure - er sjoege van hebben Kwats - onzin Kliekie - opgewarmd eten.
Britt Verhoeven
Britt Verhoeven
2025-06-27 23:41:52
Count answers : 4
0
Amsterdammers hebben eigen uitspraken ontwikkeld voor doodgaan. Als een Amsterdammer komt te overlijden, dan ‘gaat hij de pijp uit’. ‘Als 'ie de pleiterik gaat maken, gaat alles naar de kinderen.’ ‘Pleite gaan’ betekent ‘maak dat je wegkomt’. ‘Pleite’ is een Jiddisch woord uit het Hebreeuwse ‘Peleta’, wat ‘vlucht’ betekent. ‘Dat hij na zijn wilde leven nog steeds niet kassiewijle is.’ De woorden kassiewijle, kassiewijne, asjeweine komen van het Jiddische ‘hasjeweine’. Dit betekent ‘weg’, ‘verdwenen’, ‘kapot’ of ‘dood’. ‘Nou, die geeft geen sjoege meer.’ ‘Sjoege’ is een typisch Amsterdams woord. Het komt uit de Bargoense geheimtaal, met vermoedelijk een oorsprong van het Jiddische ‘sjoewe’, wat ‘antwoord geven’ betekent. Tsja, als je bent overleden, kan je geen antwoord – sjoege – meer geven. ‘Ach mens, krijg toch een wegtrekker!’ Als iemand bewusteloos raakt, dan heeft hij in het Amsterdams een wegtrekker. Dus na je laatste wegtrekker ben je dus dood. ‘Hij heeft zichzelf naar de gallemiezen gezopen!’ Je kan naar de haaien, knoppen of de filistijnen gaan, maar de Amsterdammers zeggen ‘gallemiezen’. Ook dit woord komt uit het Bargoense. Toen opa de pijp uitging. Amsterdam heeft een volkswijk ‘de Pijp’, maar het zou ook te maken kunnen hebben met een pijproker die zijn laatste trek nam. Op zijn 89e besloot hij te gaan hemelen. Persoonlijk mijn favoriet. Alhoewel deze uitspraak ook in andere delen van het land werd gebruikt, wordt ‘gaan hemelen’ wel als typisch Amsterdamse uitspraak gezien. Wanneer ik de kraaienmars blaas. Als je een tuintje op je buik hebt. Zijn rikketik is ermee uitgescheden. Wanneer je een houten jas krijgt. Het hoekie omgaan.
Chris Stuivenberg
Chris Stuivenberg
2025-06-27 23:16:27
Count answers : 4
0
Amsterdammers zeggen vaak: Hij woont in Mokum. Die man heeft de hele avond gedronken, hij is helemaal lazarus. Ik vind dat schilderij echt geen porem. Wat loop je nou te bazelen? Ik vind hem vervelend, hij moet optiefen! Zij zijn al uren aan het ouwenelen! Die man is niet te vertrouwen, hij is echt een gladjanus! Deze fiets kost 100 ballen. Het is tijd om te bikken. Hij knijpt hem.
Noud Douglas tot Springwoodpark
Noud Douglas tot Springwoodpark
2025-06-27 21:21:30
Count answers : 1
0
Amsterdammers zeggen vaak 'Mokum' als ze over Amsterdam praten. Als iemand iets absoluut niet wil doen, dan zal een Amsterdammer eerder 'Lik me vessie-, hol, naad of reet' zeggen. Een aantal jongeren dat op zaterdagavond de kroeg uitkomt is niet dronken, maar lazarus. Wanneer je vriend uit Amsterdam komt en weer eens aan het zeuren is, kan je hem voortaan vragen om op te houden met emmeren. Mannen uit Amsterdam noemen vrouwen of meisjes 'moppie' of 'mokkel'. Als je ergens geen zin meer in hebt, dan hebben Amsterdammers tabak van hebben. Wanneer je niks meer op de bank hebt staan, dan heb je geen spie. Als iemand problemen heeft, wordt dat eerder aangeduid met 'sores'. Ben je in een Amsterdamse kroeg en smaakt je biertje nergens naar, dan zeg je voortaan gewoon tegen de barman dat je die 'uilezeik' niet hoeft. Een leuk feestje gehad, maar toch nog zin in een borrel, dan is het tijd voor een afzakkertje. Het schnabbelen heeft dus niks te maken met eten, maar met iets bijverdienen. Wanneer iemand iets heeft gestolen, dan zeggen Amsterdammers dat hij iets heeft gegapt. Als je aan het onderhandelen bent, wordt dat vaak 'pingelen' genoemd. Wanneer je vriendje en jij lekker alles op jullie gemak doen, dan doe je op jullie janboerenfluitjes. Bij de zonnestudio iemand tegenkomen die zegt 'Ik heb me porum verbrand', dan weet je hoe laat het is.
Annemijn Demirel
Annemijn Demirel
2025-06-27 21:07:02
Count answers : 2
0
Amsterdammers zeggen vaak: Dat geef ik je op een brieffie – Ik verzeker het je. Effe een bakkie doen – Even koffie drinken. Maak je niet dik – Doe rustig aan. Nou moe! – Ongeloof of verbazing. Ze gebruiken woorden als: Grijpstuiver – een lullig geldbedragje Bijgoochem – een betweterig/ onhandig type Pikketanissie – een borreltje Temeier – een hoertje Kletsmeier – iemand die veel onzin uitkraamt Gladjanus – een slimmerd die anderen te snel af is Smeris – Politieagent. Bajes – Gevangenis. Snor – Agent. Gajes – Tuig. Gannef – Dief Osso – Huis. Fissa – Feestje. Skeer – Blut, geen geld. Fakka – Hoe gaat het? Loesoe gaan – Ervandoor gaan.