Het is leuk om een naslagwerkje bij te houden van de wijnen die je drinkt, om je smaak te ontwikkelen en bij te houden wat je lekker vindt.
Goed proeven kan je gewoon helpen je smaak te ontwikkelen, te ontdekken wat je lekker vindt én te onthouden of documenteren wat je gedronken hebt.
Als ik een wijn drink die ik lekker vind, maak ik altijd een korte proefnotitie in mijn telefoon.
Natuurlijk ga ik dan niet een uitgebreide proefnotitie van een A4’tje maken, maar in steekwoorden schrijf ik op hoe de wijn smaakte.
Schenk een bodempje van je wijn in en kijk er eens goed naar.
Pak je glas en steek je neus erin.
Wals de wijn daarna door je glas heen, zo komt er meer lucht bij en zo kan je hem beter ruiken.
Neem een slokje en laat deze helemaal door je mond gaan.
Je kan een beetje ‘spoelen’ als je dat wilt.
Een beetje lucht in je mond slurpen helpt ook om de wijn beter te proeven.
Je kan stapsgewijs deze zaken beoordelen:
Zoetheid: Hoe droog of zoet is de wijn?
Zuurgraad: Hoe zuur smaakt de wijn?
Een hele frisse wijn heeft veel zuur.
Tannines: In rode wijn kunnen tannines zitten.
Body: Hoeveel body heeft de wijn?
Smaakintensiteit: Hoe intens smaakt de wijn?
Afdronk: Dit is hoe lang de smaak blijft hangen in je mond.
Kort is minder dan vijf seconden, een lange afdronk is meer dan vijftien seconden.
Kwestie van tellen!
Op het eind kan je, als je wilt, een conclusie opschrijven.
Je kan je eigen conclusie trekken, dus wat jij zelf van de wijn vond (subjectief), of beoordelen hoe goed de wijn is (objectief).
Veel plezier met proeven!
Laat het me weten als je vragen hebt, of als je suggesties hebt voor een volgend artikel in deze serie.