Goed, je hebt een visfilet gekocht. Waar moet je op letten bij het bereiden? Als de vis vochtig is, dep de vis dan van tevoren droog met bijvoorbeeld keukenpapier. Doe je dit niet doet, dan wordt de korst niet lekker krokant. Heel belangrijk: een pan met anti-aanbaklaag. Heel veel mensen stoppen met vis bakken, omdat het blijft kleven in de pan. Dat ligt niet aan de vis, maar aan de pan. Kom tijdens het bakken zo min mogelijk aan de vis, omdat die snel uitelkaar kan vallen. Een veelgemaakte fout is vis te lang bakken. Zonde, want dan wordt het droog en valt het uit elkaar. Een visfilet is na een paar minuten al gaar. Laat de huid op de vis zitten en bak het. Door de huid te laten zitten, blijft de vis compacter en krokanter. Ga je vis bakken? Zet het vuur dan eerst hoog. Krijg het een mooi gebakken kleurtje, dan zet je het vuur lager. Zo krijg je een krokante korst en een zachte binnenkant. Vis heeft van zichzelf al veel smaak, dus wees zuinig met kruiden. Als je kruiden toevoegt, kies dan voor verse kruiden: peterselie, basilicum, of koriander. Ook venkelzaad of gekneusd korianderzaad smaakt goed bij vis. Bereid de vis met liefde en aandacht en doe het vooral op gevoel. Het geeft niet als het een paar keer mislukt.