Wanneer deze alcoholische versnapering is ontstaan, kunnen we niet exact bewijzen omdat er veel informatie verloren is gegaan.
Wel is er uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat de eerste wijnstokken rond 7000 voor christus zijn ontdekt in het Nabije Oosten, in de stad Kaukasus.
Het verhaal dat rond gaat, is dat een herder genaamd Ararat, de eerste wilde druif plukte op een berg.
Vervolgens werden deze druiven geperst en bleef dit enige tijd in een ton staan.
Hierdoor gingen de sappen gisten, waardoor wijn was ontstaan.
Kort na deze ontdekking werd hier dan ook de eerste wijngaard geplant.
Het sterke symbolische karakter is altijd in stand gebleven; wijn staat in verband met gezelligheid, cultuur en religie.
Het succes van wijn verspreidde zich al snel in landen langs de Zwarte en Middellandse Zee.
Met dank aan de Romeinen is wijn ook verspreid in het grootste deel van Europa.
Zij hebben gezorgd voor wijngebieden die we tot de dag vandaag nog kennen, denk aan Catalonië, het Moezelgebied en Bordeaux.
Na ondergang van het Romeinse rijk heeft wijn kunnen overleven dankzij de inspanningen van kloosters.
Monniken zagen wijn als een heilige plicht en iedere christelijke eredienst dronk men een glas.
Toen dit tijdperk was afgelopen, volgde het tijdperk van scheepvaart en internationale handel.
Hollanders en Engelsen gingen zich toen op grote schaal bezighouden met internationale wijnhandel.
Wijn verspreidde zich razendsnel en na enige tijd werden Nieuwe Wereld landen ook voorzien van wijn.
De introductie van wijnbouw gebeurde door Spanjaarden in hun kolonies in Zuid- en Midden-Amerika, door de Nederlanders in Zuid-Afrika en door Engelsen in Noord-Amerika en Australië.
Wijn is op wereldschaal en daar mogen we trots op zijn!