Gezonde winterkost zijn vergelijkbaar met die van zomergerechten.
Je stelt je menu best samen conform de richtlijnen van de voedingsdriehoek.
Dat betekent dus kiezen voor veel groenten, fruit, volle granen en aardappelen en kleinere hoeveelheden noten en plantaardige oliën.
Vul dit verder aan met enkele melkproducten en een stukje vlees, vis, ei of een andere vleesvervanger zoals peulvruchten.
Voor de concrete invulling van de winterrecepten geef je de voorkeur aan seizoensfruit- en groenten zoals appelen, peren, citrusvruchten, witloof, spruiten, diverse kolen, raapjes, knolselder en schorseneren.
Ook de bereidingen krijgen meer een wintertoets: een warme kom groentesoep, oma’s hutsepot en andere stoof- en ovenschotels.
Laat de groenten altijd domineren in het gerecht.
Zin in zoet? Denk bijvoorbeeld aan een kop warme melk of een kommetje havermoutpap of granola met yoghurt op smaak gebracht met vers fruit, kaneel, vanille of zeste van limoen.
Zin in iets hartig? Dan kunnen een handje ongezouten noten of olijven, een kom soep of een restje van bijvoorbeeld kikkererwten in tomatensaus.