Boter komt oorspronkelijk uit de tijd van Napoleon, toen soldaten boter in hun rantsoen kregen, maar het bedierf snel.
Napoleon schreef een prijsvraag uit om een vervangingsmiddel voor roomboter uit te vinden.
De boter werd gemaakt van rundvet, afgeroomde melk en gesnipperde koeienuiers.
Het was de Nederlander Antoon Jurgens die in 1871 in Oss de eerste margarinefabriek ter wereld opzette.
Jurgens werd nagevolgd door Simon van den Bergh, die in 1872 een soortgelijke fabriek opende, eveneens te Oss.
De Nederlandse producenten gebruikten echter procedés die nogal afweken van de basisreceptuur van Mège-Mouriès.
Er werd geen gebruik gemaakt van koeienuiers en de zogeheten oleomargarine was het belangrijkste ingrediënt naast een bescheiden deel natuurboter.